Voor veel docenten uit de FE-leernetwerken is het vormgeven van formatief evalueren tijdens de lessen zo goed als vanzelfsprekend. Toen de scholen sloten wegens de corona-uitbraak gingen zij dus al gauw op zoek naar mogelijkheden voor formatief evalueren bij het lesgeven op afstand. Hoe selecteer je bijvoorbeeld welke leerdoelen online worden behandeld? En hoe houd je op afstand zicht op het leerproces van de leerlingen? Ook tijdens het lesgeven op afstand blijkt de FE-cyclus een bruikbaar model om het FE-proces concreet vorm te geven. In twee artikelen lees je de tips en lessen die tijdens de webinars zijn gedeeld door docenten en zijn beschreven vanuit de fasen van de FE-cyclus. Dit is deel 1, deel 2 vind je hier.

Fase 1: Verhelderen van verwachtingen
Keuzes maken in leerdoelen
Formatief evalueren begint bij het helder krijgen van de leerdoelen. Niet alles dat gepland stond, kan op dit moment meer worden behandeld bij het (verkort) lesgeven op afstand. Dat vraagt om het maken van keuzes in de leerstof, om zo tot de kern van het vak te komen en het leggen van een focus voor jou als docent. Deze focus van tevoren helpt ook bij bijvoorbeeld het gericht feedback geven later in het proces. “En dat werkt!” aldus Lianne, docent aardrijkskunde, “Je merkt dat je ‘gewone’ lessen vaak te vol zitten en online lesgeven je dwingt om te komen tot wat belangrijk is voor je vak. Van mijn acht leerdoelen, behandel ik er nu drie. Ik merk nu dat die drie leerdoelen dan eigenlijk echt de kern van mijn vak bevatten en dat de overige leerdoelen vooral dingen zijn die ik extra doe, omdat ik ze bijvoorbeeld leuk vind.”
Delen van leerdoelen met leerlingen
Veel docenten leggen tijdens het online lesgeven nu meer nadruk op het explicieter en bewuster bespreken van de leerdoelen met leerlingen. Belangrijk hierbij is dat de leerdoelen in leerlingentaal zijn geschreven, zodat deze ook voor hen begrijpelijk zijn. Daarnaast is het belangrijk dat de leerlingen weten waar ze de leerdoelen online kunnen vinden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het delen van een PDF-document met de leerdoelen voor een periode, zoals een studiewijzer in een online leeromgeving. Het hebben van een structuur of werkwijze voor hoe met leerdoelen moet worden gewerkt, schept duidelijkheid en (zelf)vertrouwen bij leerlingen. Zo kun je bijvoorbeeld de les beginnen met het bespreken van de leerdoelen en de succescriteria. Je kan ook open vragen stellen via de chatfunctie, of met de handraise-functie beurten geven aan leerlingen, om te controleren of zij begrijpen wat van hen wordt verwacht. Door hierbij random beurten te geven, zorg je er bovendien voor dat alle leerlingen actief betrokken blijven.
Succescriteria verhelderen door gebruik van voorbeelden
Met name de succescriteria helder krijgen voor leerlingen helpt leerlingen richting te geven aan waar hun leren aan moet voldoen. Een goede manier om dit te doen, is door uitgewerkte voorbeelden te gebruiken van de opdracht die verschillen in kwaliteit. Oftewel: bespreek zowel een goed als minder goed voorbeeld met de leerlingen.
“Tijdens de les deel je je scherm met daarop een voorbeeld dat bijna helemaal goed gemaakt is door een (anonieme) leerling”, zegt Marjette, docent Nederlands. “Samen met de leerlingen bespreek je dan wat het voorbeeld goed maakt en wat er nog beter kan. Dit worden de succescriteria. Wanneer de leerlingen dan zelf de opdracht gaan maken, kijken ze of hun eigen opdracht voldoet aan deze succescriteria of dat ze nog iets moeten verbeteren voordat ze de opdracht inleveren.”
Je kan ook de leerlingen vóór de les verschillende voorbeelden van gemaakte opdrachten geven. Leerlingen zetten de voorbeelden voor de les op volgorde van best naar minst goed. Tijdens de online les bespreek je met de leerlingen welke volgorde ze hebben gekozen en waarom. Wat maakt de ene opdracht beter dan de andere? Dat zijn dan de succescriteria. Handig is om het lijstje met criteria te delen met leerlingen.
Een voordeel van het werken met voorbeelden is dat ze tijdens de les fungeren als een gemeenschappelijk referentiekader. “Het voordeel is ook dat ik er later naar terug kan refereren (tijdens fase 3-5)”, vertelt Marjette. “Het geeft leerlingen meer beeld van wat er van hen wordt verwacht en dat helpt om het leerdoel en de succescriteria concreter te maken.”

Fase 2 & 3: Leerlingreacties verzamelen, analyseren en interpreteren
Nieuwe manieren van leerlingenreacties verzamelen en analyseren
Wanneer leerlingen weten wat ze moeten leren en aan welke succescriteria hun werk moet voldoen, gaan zij aan de slag. Alleen, in online lesgeven kan je moeilijk rondlopen om te kijken hoe het gaat.
“Ik mis ontzettend de non-verbale communicatie om zicht te krijgen op de leerlingen”, vertelt Valentina, docent geschiedenis. “Daarom ben ik gaan zoeken naar digitale tools die me hier beter bij helpen. Zo kwam ik op Nearpod, dat mij nu in online onderwijs fantastisch zicht geeft op individuele leerlingen én helpt om alle leerlingen actief bij de les te betrekken. De analyse en feedback (fase 4) kun je direct in de les doen, of achteraf met de rapportages die eruit rollen.” Zie deze link voor een instructiefilmpje van haar over Nearpod. Ook Emma, docent Engels, ziet voordelen van dit online informatie verzamelen: “Je kan zo zelf een compleet overzicht maken, waar je je feedback en vervolgstappen aan kunt koppelen (fase 5).” Julliette bevraagt de concepten die ze uitlegt en opneemt in een filmpje in Edpuzzle “Tijdens het instructiefilmpje moeten leerlingen vragen beantwoorden, voordat ze verder kunnen kijken. Ik krijg hun antwoorden te zien en zie daardoor al snel of er bijvoorbeeld misconcepties zijn bij leerlingen en kan hier gericht feedback op geven.”
Verschillende tools worden genoemd om reacties van alle leerlingen te zien en deze (direct) te analyseren zoals: LessonUp voor tijdens het lesgeven en het laten beantwoorden van vragen (ook vooraf), Breakout-rooms in Zoom bij subgroep-opdrachten en Socrative voor checks en toets afname. Daarnaast worden nog genoemd het werken met de chatfuncties in de online omgevingen voor het stellen van vragen en het werken met portfolio’s, bijvoorbeeld de Sportfolio-app bij LO, waarin de docent en de leerlingen hun werkproces en prestaties monitoren.
Het stellen van vragen en gebruik van exit tickets
Wanneer je een klassikale tool of chatfunctie gebruikt voor het stellen van vragen, is het belangrijk om de vragen te stellen die je zicht geven op waar de leerlingen staan in het behalen van de leerdoelen. Met name conceptvragen waarbij je probeert te achterhalen of er misconcepties spelen bij leerlingen zijn hiervoor bijvoorbeeld heel handig. De kaartenset uit het boek Didactisch coachen (Voerman & Faber, 2019) kun je goed gebruiken als je vragen wilt stellen gericht op de taak (inhoud), proces of zelfregulatie. Je kan ook gebruik maken van de opdrachten of vragen die staan in de methode en deze aanpassen naar de leerniveaus van de leerlingen.
Je kan op verschillende momenten vragen stellen aan leerlingen, bijvoorbeeld ter voorbereiding voor de les om zo op de misconcepties en fouten in te gaan tijdens de les. Of tijdens een les zoals Marjette toelichtte, “Na de instructie gaan leerlingen eerst zelf aan de slag en tien minuten voor het einde van de les komen ze terug met vragen die ze hebben over de leerstof. Ze kunnen ook elkaars vragen dan nog beantwoorden.” Een tip voor het stellen van vragen aan het eind van de les is het gebruik maken van digitale exit tickets via het online platform (hier vind je een handige tool). Dat kunnen inhoudelijke checkvragen zijn maar ook reflectievragen, zoals ‘Wat vind je nog moeilijk?’
Het betrekken van leerlingen bij het analyseren van reacties
Hoe betrek je leerlingen online bij van het analyseren van de reacties? De grootste belemmering hierbij is tijd, aldus de docenten. Maar alsnog: het is goed mogelijk en de investering in tijd waard. “Ik besteedde eerst vooral mijn online les aan fase 1 en 2 en dan was de les al voorbij. Ik heb nu de laatste tien minuten ingelast voor de analyse van de reacties en het boven tafel krijgen en bespreken van misconcepties. Dit werkt heel goed om de wat minder zelfsturende leerling erbij te krijgen en houden”, aldus Emma.
Een ander idee is om leerlingen hun eigen werk of dat van een ander na te laten kijken. De succescriteria vormen hierbij de eisen waaraan hun werk moet voldoen. Je kan ook leerlingen actief aan het denken zetten door ze zelf te laten reflecteren op hun leren of gemaakte werk a.d.h.v. reflectievragen (evt. met behulp van een tool).
Valentina gebruikt de tool Quizziz om te kijken of leerlingen de leerstof begrijpen en om een analyse te maken van de leerlingreacties die ze vervolgens met leerlingen bespreekt. “Ik maak in Quizziz onderscheid tussen inhoudsdoelen en vaardigheidsdoelen (oorzaak-gevolgredeneringen maken). Zo kan ik bij de nabespreking per leerling teruggeven waar ze nog aandacht aan moeten besteden en hier een passende vervolgstap aan koppelen. Een nabespreking via een online les is erg belangrijk voor het bespreken van de misconcepties en maakt voor leerlingen helder waar ze staan en hoe ze hun leren kunnen verbeteren. Leerlingen lijken bij online onderwijs meer behoefte te hebben aan een soort checkmoment. Ze hebben me na de les bedankt: nu snappen we het echt veel beter!” Zie deze link voor een instructiefilmpje Quizziz.
In deel 2 kijken we verder naar fase 4&5, en naar een aantal algemene conclusies. Kijk ook op de Padlet, met daarin veel extra informatie.
Ben benieuwd wat jullie van mijn SelfieReflectie Methode vinden?
Meer onderzoek is echter wel nodig om de rol van de (vak) leerkracht hierin te bepalen.
Ga graag met jullie in gesprek.
Met vriendelijke groet
Aart van Stiphout
http://www.selfiereflectie.com
[…] van studenten naar aanleiding van de bestudering van kennisbronnen (zie formatief handelen, en deze link over formatief handelen […]
[…] Hoe weet ik in een online setting of leerlingen mee zijn? […]